- Probeer zoveel mogelijk de vaste (dag)structuur vast te houden.
- Geef je kinderen gelegenheid om hun gevoelens te uiten in bijvoorbeeld hun spel of het maken van een tekening
- Pak het voorleesboek er ook tijdens de ziekenhuisopname regelmatig even bij, voor herkenning en verwerking van wat er in het kind omgaat.
- Leg het boekje op een toegankelijke plek, zodat het kind er naar eigen behoefte in kan kijken.
- Overleg met artsen/verpleegkundigen wanneer het (medisch gezien) een goed moment voor je kind is om op bezoek te gaan in het ziekenhuis. Kinderen kunnen vaak meer aan dan je denkt, maar dit is natuurlijk niet voor elk kind hetzelfde. Als je kind geen behoefte heeft om op bezoek te gaan, respecteer dit dan ook.
- Zorg ervoor dat in het ziekenhuis wat spulletjes op het kastje staan die je kind herkent. Dit voelt een klein beetje als thuis.
- Vraag je kinderen als ze op bezoek zijn in het ziekenhuis of ze dingen herkennen van de foto’s of uit het voorleesboek. Laat je kind bepalen hoe lang het bezoek duurt. Als je merkt dat hij/zij het niet fijn vindt, rek het bezoek dan niet langer en ga zelf op een ander moment alleen.
- Sommige kinderen vinden het afscheid na het bezoek erg moeilijk. Bespreek dan ook vóór het bezoek dat jullie weer naar huis gaan, dat papa of mama nog even blijft en dat dat ok is.
- Als je partner in het ziekenhuis het aan kan: laat hem/haar je kind voorlezen of een slaapliedje zingen voor het naar bed gaan. Als dat te lastig is: laat hem/haar dan meekijken/-luisteren via videobellen. Zo ben je op een intiem moment toch even samen als gezin. Dat geeft een vertrouwd gevoel.
- Houd een dagboekje bij waarin je de belangrijkste dingen noteert: wat gebeurde er in het ziekenhuis, hoe ging het met de kinderen en bijzondere uitspraken van de kleintjes. Je vergeet deze dingen vaak snel, maar het kan helpen om sommige dingen later nog eens met je kind te bespreken (“Weet je nog toen…”)